door Jan D. Swart
De komst van een slavernijmuseum in Rotterdam lijkt een kwestie van tijd. Na de publicatie van het onderzoek over de betrokkenheid van de stad bij het kolonialisme en de slavernij – Rotterdam zat er tot over z’n oren in – lijkt de lokale politiek er een groot voorstander van te zijn om deze geschiedenis in een museum onder te brengen. Waarna raadslid Ruud van der Velden er als de kippen bij was om te hopen dat daarmee het in z’n voortbestaan bedreigde Museum Rotterdam kan worden gered.
Het dure rapport loog er niet om. De traditionele witte Rotterdamse voorvaderen zijn vanaf 1600 actief betrokken geweest bij de slavernij. De stad was partner van de VOC en WIC. Het eerste Nederlandse slavenschip had een Rotterdamse connectie en volgens hoofdonderzoeker Gert Oostindie droeg de slavenhandel sterk bij aan de groei van Rotterdam tot een wereldhaven. En dus is nu de vraag tot hoever het witte nageslacht bereid is zich te schamen.
Het rapport bracht burgemeester Aboutaleb tot de uitspraak te hopen op een nationaal excuus en verder een museum naar het voorbeeld van het Joods Historisch Museum in Amsterdam.
En dat was tegen het zere been van Leefbaar Rotterdam, dat het gemak waarmee de burgemeester het Joods Historisch Museum, waaronder het Nationaal Holocaust Museum, ‘’even meenam in een vergelijking’’ stuitend vond.
‘’Een vergelijking trekken met de Tweede Wereldoorlog waarbij zes miljoen joden vermoord werden, is zeer ongepast. En dat dit soort uitspraken kwetsend kunnen zijn zagen wij deze zomer toen de gemeente Rotterdam rapper Insayno, met weerzinwekkende teksten als dat concentratiekampen ‘slechts een lachertje’ zijn in vergelijking met slavenhandel, bombardeerde tot rolmodel in een publiekcampagne. Dit hoort niet’’, aldus Leefbaar-raadslid Hoogwerf.
Het leidde donderdagmorgen tot een debat tijdens de digitale actualiteitenvergadering. ‘’Een debat van niks’’, begon Aboutaleb, ‘’want wat ik gezegd heb is dat zo’n museum een symbolische toevoeging zou moeten kunnen zijn en als het er komt dan zou het van het kaliber van het Joods Historisch Museum moeten zijn.’’ Waarmee hij duidelijk wilde maken niet in een hoek geduwd wilde worden van een antisemiet. ‘’Ik heb de slavernij nooit met de Holocaust willen vergelijken. En verder zeg ik er niks over, want ik ga straks lunchen en ik wil dat niet met een vieze smaak in mijn mond doen.’’
‘’De twee gitzwarte perioden zijn ook niet met elkaar te vergelijken en je moet ze ook niet ranken’’, vond raadslid Vonk (CU-SGP) die vanuit zijn geloof met excuses op verzoening hoopte. ‘’Niks excuus. Daar gaat de politiek helemaal niet over’’, repliceerde Hoogwerf. ‘’Stuitend’’, riep Roest (GroenLinks) over het verzet van Leefbaar tegen excuus. ‘’Onacceptabel om de verantwoordelijk niet te willen nemen van besluiten van Rotterdamse bestuurders, die destijds weldegelijk aan die slavernij hebben meegewerkt’’, vond ook Mohamed-Hoesein van Denk, die eraan toevoegde dat ‘’leed niet gewogen mag worden, want moord is moord.’’
En toen had Leefbaar - binnen de afgepaste tijden waarin men mag debatteren - nog maar vijf seconden over.
Wordt dus vervolgd in de commissie.